Het CLB moet relatief veel tijd besteden aan het opmaken van het gemotiveerd verslag dat ondersteuning in het gewoon onderwijs mogelijk maakt. Met dat verslag is het werk van het CLB nochtans niet af.
Het wel en wee van de leerlingen met ondersteuning blijft onze bijzondere aandacht trekken. In de loop van het schooljaar zijn er voor elke leerling met ondersteuning besprekingen – sommige scholen plannen ook nog een apart overleg over de concretisatie van het individueel handelingsplan. Dat telt aardig op voor een CLB-medewerker. Niet zelden moeten er keuzen gemaakt worden.
- Wat is de rol van het CLB bij het opvolgen en evalueren van een ondersteuning vanuit een ON?
- Moet het CLB op elk overleg over de ondersteuning aanwezig zijn?
- Heeft het CLB toegevoegde waarde tegenover de specialisten van het buitengewoon onderwijs?
- Wat doet de CLB-medewerker dan op een overleg over ondersteuning?